Dagboek Kroatië 6

Vrijdag 6 september / Dubrovnik

Vandaag naar het oude centrum van Dubrovnik gewandeld. Ik heb wel buskaartjes, gekocht bij een kiosk, maar het is niet ver: een half uurtje lopen. Op het plein bij de Pilepoort, de hoofdingang van de oude stad, is het druk: toeristen, verkopers van boottochtjes, verkopers van kajaktochtjes en uitdelers van reclamefolders voor restaurants. De voormalige stadsgracht is nu gedempt en er bevinden zich plantsoenen met bloemen en struiken.

In de veertiende eeuw werd Dubrovnik, Italiaanse naam Ragusa, na een periode van Byzantijns en Venetiaans bestuur, een stadsstaat en wedijverde als de republiek Ragusa met Venetië over de heerschappij over de Adriatische zee. In 1667 maakte een aardbeving een eind aan de bloeitijd. De muren stammen uit de tiende eeuw; in de dertiende eeuw werden uitbreidingen gerealiseerd. Ze bieden een prachtig uitzicht over de zee. En daar geniet ik van.K19

Want ik maak een wandeling over de stadsmuren. Mooi uitzicht dat ook de verbeelding prikkelt, maar eigenlijk is het te heet om hier nu te wandelen, hoewel het pas een uur of elf is. Nat van het zweet slepen de toeristen zich, na een behoorlijke toegangsprijs betaald te hebben, langs de bijna twee kilometer lange route – een wandeling net zo ver als van de haven naar dit oude centrum. Eenrichtingsverkeer, want het pad over de muren is smal. Schaduw is nauwelijks te vinden. In de zomer moet dit ondraaglijk zijn.K20

Na nog wat gewandeld te hebben door de oude stad, over de Stradun, de centrale weg van oost naar west, met cafeetjes, winkeltjes en terrassen, besluit ik mijn bezoek aan kloosters en musea uit te stellen en loop terug in de richting van de haven. Rond half drie bevind ik mij weer in het hotel, pauze tot half vijf, wat gelezen en dan weer naar buiten. Ik drink cappuccino op een terras aan de haven, waar ik vanmorgen ook ontbeten heb en begin aan een wandeling in de richting van Babin Kuk, de noordelijke zijde van het schiereiland aan de overzijde van de haven. Een van de obers van het restaurant bij mijn hotel heeft me een Dubrovnik in your pocket gegeven. En Babin Kuk is daarop groen, helemaal groen.

De weg voert langs de haven, een smal paadje langs de rijweg, over een stuk kade waar een aantal Kroaten zit te kaarten op wrakke stoelen, voor een al even wrak huisje, hond, kat en dan langs villa’s, een restaurant, langs een achteraf pad tenslotte, aan het water tot het punt waar de kust afbuigt in oostelijke richting. Een man is bezig met zijn boot, die hij op de wal heeft gesleept. Zijn hond komt me blaffend tegemoet. De man roept iets. Ik kijk uit over het water van de Adriatische zee. De zon gaat al bijna onder, het wordt hier vroeg donker.K21

Geen avondeten, geen honger en geen zin in gedoe. Morgen moet er wel weer kwaliteitsvoer naar binnen. Vandaag alleen die twee sandwiches en twee appels, gekocht op de dagelijkse markt bij de haven en heel veel water en heel veel vruchtensap.