Dinsdag 3 september / Hvar
Ik zit aan het eind van de middag in de schaduw op het balkon van mijn hotel in Hvar. Het is hier – begin september – heel rustig. Dit hotel is op een heuvel gebouwd, zo’n tweehonderd meter van de baai. In de tuin van het hotel groeien citroenbomen, een pruimenboom; tegen de helling op zijn witgepleisterde huizen gebouwd, met groene en witte luiken, bedekt met rode dakpannen en rondom voorzien van terrassen en balkons. Er is geen mens te zien, op een vrouw aan de overzijde na, die een handdoek over de balustrade van haar balkon hangt. Ze verdwijnt onmiddellijk weer naar binnen. Aan de rechterzijde heb ik uitzicht op de Amforabaai, de eerste baai in westelijke richting, vanaf de haven. Daarachter de zee, de Pakleni-eilandengroep, een keten van eilanden ten Zuidwesten van Hvar. Tegenover mijn balkon, achter en boven de huizen, bevindt zich de top van de heuvel, een hoge onbegroeide kalksteenrots.
Het is zo’n 27 graden. Vanmorgen heb ik een wandeling langs verschillende baaien gemaakt, Majerovicabaai, Amforabaai, de haven, Krizna Luka, met uitzicht op Pokenji Dol, het meest oostelijke van de Pakleni-eilanden,- heel klein, niet veel meer dan een stukje grond met daarop een vuurtoren uit de negentiende eeuw, die niet veel meer is dan een huis. Lighthouse. Rond het middaguur terug gewandeld naar de haven, naar het centrale stadsplein, en naar het Franciscanenklooster, Franjevacki Samostan, op een heuveltje aan de rand van de haven gelegen, met een mooi uitzicht. Tegenover de haven, dichterbij, ligt een klein eilandje met daarop een kerk of klooster: Galesnik.
Ook de jetset schijnt Hvar intussen ontdekt te hebben, er liggen in elk geval veel fraaie jachten. In de haven, bij aankomst van de catamaran, staat een menigte je op te wachten: reisgidsen, verhuurders van appartementen en oude vrouwtjes die kartonnen bordjes omhoog houden – nóg meer kamers te huur. Daartussendoor, al toeterend, jongemannen op gemotoriseerde platte wagentjes die allerlei waren vervoeren. De catamaran vertrok rond half twaalf uit de haven van Split, een tochtje van anderhalf uur (al geeft de Jadrolinija, de staatsrederij die de veerboten in bedrijf heeft, een tijd van één uur), in zuidelijke richting, tussen de eilanden Solta en Brac door, met een boog rond de westelijke punt van het eiland Hvar naar de haven.
De kust kent ook hier kiezelstranden en is rotsachtig, met vele inhammen waar mensen zwemmen of liggen te zonnen. Op sommige plaatsen zijn metalen trapjes aangebracht ten bate van de baders. Het idee te gaan zwemmen, in de Adriatische zee, is aantrekkelijk en ik kreeg visioenen van mijzelf, vroeg in de ochtend in het heldere water…
Kroatië is zelfs prettiger dan Napels. Het is hier – althans op de plaatsen waar ik tot nu toe geweest ben – ook relatief rustig. Dat ligt natuurlijk tevens aan het seizoen. En aan iets in de atmosfeer dat vriendelijker is dan die in het Italië van Napels.
Avond. Balkondeuren open, heldere hemel, sterren. Om half acht was het al donker. Zou het mediterrane klimaat het denken beïnvloeden? En zo ja, op welke wijze? Beetje Nietzscheaanse gedachte, geloof ik. Noord-Europeaan versus Zuid-Europeaan. De romantiek is in het noorden ontstaan, Duitsland, Sturm und Drang – en wat heeft het Zuiden? Misschien een ‘harde’ realistische visie, verismo,- maar dat is met name een sociaal-culturele sfeer. Hard onbarmhartig zonlicht… En wat ondervindt een Noorderling in de regio rond de Middellandse zee? Ik houd niet van het sociale culturele antropologische ‘denken’,- biologisch gaat nog net. Als het al denken genoemd mag worden. Ik mijmer wat over het strand van de Noordzee, Rügen, Friedrich… Deze archipel doet me denken aan Ursula Le Quin, Aardzee… Ach, referentiekader…
Een bron van deze mijmeringen is natuurlijk ook een zeker ongenoegen over het haperend onderhoud van de dagelijkse thematiek.
Morgen ga ik met de catamaran van de Jadrolinija terug naar Split, ditmaal aan dek neem ik me voor. Misschien had ik hier beter langer kunnen blijven. Split trekt me nu niet erg, op het eerste gezicht althans, maar ik ga het paleis van Diocletianus bekijken en de volgende dag met de bus naar Dubrovnik. Die bustocht van 4 uur, daar had ik misschien langer bij stil moeten staan, toen ik die plande. Op internet las ik dat in Nederland donderdag misschien tropische temperaturen kunnen worden vastgesteld, als dat hier ook zo is, is die busrit niet zo aantrekkelijk… Maar misschien is er airconditioning. Dat was in elk geval wel zo in de bus van Trogir naar Split, waar ik een uur op heb moeten wachten, gisteren.