3
Die vrouw. Ambitieus. Intelligent. Net als ik. Analytische geest. Onderzoeksjournaliste. Reportage. Artikel. Belangstelling voor mijn opvatting. Veel vragen. Wat voor vragen. Context. Misschien had ik artikelen moeten opzoeken. Haar artikelen. Maar ik vond verder niets. Beter zoeken. Misschien is er verder niets. Referenties vragen. Heeft ze niet, misschien. Begint net. Hoe dit aan te pakken? Ze is onzeker. Precies wat ik dacht. Jong. Naïef. Benieuwd of ze er uitkomt, met die context. Groei. Exponentiële groei. Explosieve groei. Nog niet over nagedacht. Niet voorbereid. Vaag? Vaagheid biedt ruimte.
Hij boog voorover, pakte de cappuccino en nam een slok; hij liet zich achterover zakken in zijn stoel.
‘Misschien kun je er iets meer over vertellen, Gonda?’
‘Waarover?’
‘Over die context, die achtergrond. Wat je al bedacht hebt. Wat precies je bedoeling is. Om de gedachten te bepalen. Misschien kan ik daar op inhaken. Om een begin te maken.’
Ze duwde met het puntje van haar wijsvinger tegen de brug van haar bril. Haar blik dwaalde over het plein voor het café; hij dronk van zijn cappuccino en wachtte.
Context? Wil mij als voorbeeld. Willekeurige wetenschapper. Centraal staan. Mooie track-record. Is het de bedoeling dat ik haar help? Illustratie? Bron? Voorbeeld van wat? Wat denkt ze? Waar wil ze heen? Wat weet ze? Niets. Invalshoek. Uitbreiding van de wetenschap. Vakgebieden. Specialist. Gescheiden disciplines. Specialist op de vierkante centimeter. Kubieke centimeter. Water. Systemen. Globale, theoretische systemen. Benadering. Specifieke benadering. Noodzakelijk specialisme.
Hij volgde haar blik: de kiosk op het plein, ingericht als bar, alle barkrukken ervoor bezet, het overvolle terras ernaast; de bomen, de banken rond het plein, andere terrassen aan de randen; een fietser bewoog diagonaal over het plein en verdween om een hoek. Hij keek weer naar haar.
Dat lachje. Film. Dat scheve lachje. Die actrice. Naam? Gaat niet lukken. Naam? Laat maar. Ze kijkt maar ziet niets. Denkt na. Mantelpakje. Lijkt meer op een advocate. Officier van justitie. Rechtenstudente. Jong. Naïef. Intelligent. Wat te zeggen? Wat niet? Achtergrond. Vertel er iets over. Bedenk iets. Verzin iets. Of niet. Laat haar maar praten.
Ze keek op en knikte.
‘Ja, goed… Kijk… Ik heb mij een beetje verdiept in… Ik probeer een visie op wetenschap te ontwikkelen. De maatschappelijke implicaties, maar ook de eh… achtergrond. De filosofische achtergrond, de ontwikkeling. Van de wetenschap als geheel. En dan ook met name toch de sociale aspecten. Het wetenschappelijk bedrijf. Het… Ik heb een specialisatie nodig. Daarmee kan ik mij onderscheiden. ’
Hij knikte.
‘Aha. En ik dien als voorbeeld, als illustratie? En die context moet natuurlijk iets verklaren. Van wat ik doe. En waarom. Hoe. In de dagelijkse praktijk. En in het algemeen. En dat ga je dan inbedden in een populair overzicht van de huidige stand van zaken.’
‘Het hoeft niet per se populair te zijn.’
‘Hoe ziet die ontwikkeling er dan volgens jou uit? In grote lijnen? Wat zijn de gevolgen? Heb je daar al wat ideeën over?’
Ze boog opzij en graaide in haar handtas. Er kwam een notitieboekje tevoorschijn. Het was in zwart kunstleer gebonden. Een pen was er met de clip aan bevestigd. Ze nam de pen, sloeg het boekje open, bladerde even en keek hem aan.
‘Er is denk ik een kloof ontstaan. Tussen de leek en de wetenschapper. Kan de leek de wetenschapper nog wel begrijpen? En als hij het niet begrijpt, wat zijn dan de gevolgen voor het gezag van de wetenschap? En als de wetenschappelijke kennis zo gegroeid is, sinds… dan… wie kan dat allemaal nog overzien? Wat betekent dat? Daarover zou ik dus jouw mening willen horen.’
Hij glimlachte.
‘Dus het is de bedoeling dat ik daarover iets vertel. En je wilt mij als voorbeeld? Als praktijkgeval?’
Ze legde het notitieboekje op de tafel en glimlachte.
‘Praktijkgeval klinkt nogal onpersoonlijk. Maar inderdaad, ik hoop dat jij me jouw visie kunt geven op de ontwikkeling van de wetenschap. Als bedrijf, zeg maar, als instituut. En ook in… algemene zin. En aan de andere kant… Hoe dat effect heeft, in de dagelijkse praktijk. Wat dreef jou… Wat motiveert jou? Ik bedoel, in het algemeen, als man van de wetenschap. Wat wil je bereiken? Als mens? Emotioneel? Waarom…’
‘Niet alles tegelijk…’
Ze zette haar bril recht.
‘Nee, nee, natuurlijk niet. Goed. Laten we hier beginnen dan. Ik heb je cv gezien. Veel publicaties, een hele lijst, zag ik. Dat noem ik de buitenkant. Nu de binnenkant. Wacht.’
Ze pakte het boekje weer van tafel en begon opnieuw te bladeren. Hij lepelde een restantje cappuccinoschuim uit de kop en zette de kop terug op de tafel.
Binnenkant, buitenkant. Van mij dan toch. Wat gaat ze nu doen? Gaat me iets laten zien. Vragen. Vertellen. Eén, ik. Twee, de wetenschap. Het wetenschappelijk bedrijf. Als instituut. Maatschappelijk bedrijf. Dat is niet echt iets waar je veel mee bezig bent, Gonda. Je probeert je werk te doen. Goed te doen. Hoe dat in het grote geheel past, daar ben je niet zo mee bezig. Wel interessant om over na te denken. Ze heeft niet echt een idee. Universiteit, activiteiten als hoogleraar, maatschappelijk belang, subsidies.
Ze legde het notitieboekje terug op de tafel.
‘Waarom ging je studeren? Wat trok je aan in de wetenschap?’
‘Is dat niet een beetje ouderwets? Een notitieboekje?’
Ze zette haar bril af, glimlachte en wees met een pootje naar hem.
‘En waarom oceanografie?’
‘Tsja… Omdat ik het interessant vond.’
‘Vond je dat al vroeg? Hoe oud was je, toen je…’
‘Moet ik het hebben over mijn jeugd? Mijn vader? Het ouderlijk huis? Vroege invloeden?’
Ze lachte.
‘Als dat relevant is. Wie weet wat dat verklaart? Of je moeder. Vergeet je moeder niet.’
Ze zette haar bril weer op.
‘Nee, serieus, ik maak maar een grapje, ik bedoel natuurlijk, alleen als je denkt dat het relevant is.’
‘Wat is relevant? Waar zal ik beginnen?’
Beginnen. Wanneer begint iets? Wanneer eindigt iets? Hoe?… Hoe eindigt iets? Andere kant op. Ruime opening. Geeft mij de ruimte. Andere kant op. Wat wil ze weten? Mijn moeder? Context? Haar tweede invalshoek? Motivatie. Beginnen. Jeugd.