Donderdag 5 september / Split – Dubrovnik
Vanmorgen vroeg uit Split vertrokken, waarvan ik niet zo veel meer heb gezien dan de haven en de achterbuurt daarachter waar het hotel voor één nacht zich bevond. Gisteren, aan het eind van de middag, kwam ik aan met de veerboot. Na een wandeling de verkeerde kant op, belandde ik in een rommelig parkje aan de andere kant van de haven, met – dat wel – een aardig uitzicht op zee. Een eenzame Kroaat op een bankje die geen woord Engels verstond maakte me duidelijk dat het ‘de andere kant op was’. Mobieltje bracht tenslotte uitkomst. O Google!
Het hotel was min of meer een misser,- toch maar beter opletten bij reserveren. Een achterafstraatje, een binnenplaats, een handgeschreven verkreukeld briefje op de deur met, in het Engels, het verzoek vooral niet aan te kloppen, want er zijn geen kamers vrij! Als ik toch maar aanklop, wordt ik vriendelijk binnengehaald door een volslank type dat mij eerst naar een kamertje aan het eind van de gang voert waar zij een telefoon heeft en een laptop op een wrak tafeltje. Er staat ook een televisie en het oogt als haar bedenkelijke huiskamer. Het doet me opeens denken aan X in Londen, East-Dulwich, zesentwintig jaar geleden… Krankzinnige herinnering! De doucheruimte is bereikbaar via een gang en de douche is niet meer dan een handdouche bevestigd aan de wastafel in de w.c., zodat het water gewoon over de w.c.-vloer wegstroomt en je het gevoel hebt dat je een ongewenste overstroming veroorzaakt. Maar uiteindelijk was de locatie goed – althans qua afstand tot haven en busstation – en de kamer was verder ook geen ramp: schoon en met airconditioning.
Wanneer ik even later de stad in wandel, komt er nog een e-mailtje. Van Sandra! Welkom! Met twee plattegrondjes van Split en de bekendste toeristische plekken ingetekend. Ze deed wel haar best. Ik wandel wat langs de havenkant, door de uitgaansstraat Marmontova, naar het Gaje Bulata plein en overweeg naar Marjan te lopen, heuvel en park op de punt van het schiereiland. Ver is het niet, maar ik heb geen zin. Ook het Paleis van Diocletianus laat ik schieten. Selectie is noodzakelijk en onvermijdelijk, bedenk ik, maar het lijkt alles welbeschouwd meer op een dip.
Vanmorgen dus om acht uur vertrokken en brood en mineraalwater gekocht voor tijdens de busreis, die zo’n vier uur zou gaan duren. Dat werden er vijf, maar wel met een stop van een half uur in Neum, niet ver van Dubrovnik. Er bevindt zich een wegrestaurant, waarschijnlijk heeft de busmaatschappij er een deal mee, want deze laatste stop zo kort voor het eindpunt ligt niet direct voor de hand. Neum ligt op het grondgebied van Bosnië-Herzegovina, in een corridor die de regio rond Dubrovnik scheidt van de rest van Kroatië. Paspoortcontrole. In de oorlog, begin jaren negentig, is hier behoorlijk gevochten, maar ik zie er niets van.
De bus had een uitstekende airconditioning en dat was natuurlijk ook wel nodig. Uiteindelijk viel het mee en was de busreis over de Jandranska Magistrala, de kustweg, prima te doen, met mooie uitzichten over de Adriatische zee en dorpjes en steden onderweg.
Hotel in Dubrovnik op een goede plek, want vlak bij het busstation en de haven. Aardige kamer boven het bijbehorende restaurant. Ingecheckt en vervolgens een wandelingetje rond de haven gemaakt. Morgen naar de Oude Stad, genieten van het uitzicht vanaf de stadsmuren, Dominicanenklooster bekijken en het maritieme museum, denk ik. ’s Middags het oude stadscentrum zelf en weer eens goed uit eten. Vanavond aan de haven op een terras een stevige sandwich gegeten en een grote salade en pas toen, rond een uur of vijf, mijn eerste koffie van die dag.